Hiernaast staat een samenvatting van de neerslag van het onderzoek dat Oscar Lewis heeft gedaan bij vijf Mexicaanse families. Het gaat om de families Martinez, Gomez, Gutiérrez, Sánchez en Castro. De namen zijn verzonnen. In zijn volgende publicatie "The children of Sánchez" komen vijf gezinsleden van de familie Sánchez aan het woord. Het gaat dan om vader Sánchez, de oudste zoon Manuel en zijn broer Roberto, en de zusjes Consuelo en Marta. Af en toe zal in deze samenvatting gewag worden gemaakt van deze gesprekken, omdat The children of Sánchez, misschien theoretisch minder interessant is, maar wel zeker zo informatief. Dit zal steeds in een kader naast het hoofdverhaal staan.
een plattelandsgezin dat aan de voet van de bergen woont in een klein plaatsje, Azteca (pag. 23). Twee van de vijf gezinnen waarover Lewis het heeft, hebben banden met dit plaatsje. Ook onderhouden twee gezinnen contacten met de wijk Casa Grande; het ene gezin woont er en het andere heeft er contacten mee, omdat een man met twee vrouwen “samenwoont” op twee verschillende adressen, het ene in Casa Grande en het andere buiten de stad. Het gezin dat er echt woont, heeft ook nog contact met Azteca. Tenslotte zijn er twee gezinnen die geen contacten (meer) hebben met de wijk Casa Grande of met het plaatsje Azteca. Deze twee gezinnen zijn extremen van elkaar: het ene gezin is het rijkste gezin van de vijf gezinnen, terwijl het andere gezin, Gomez, het armste gezin is van de vijf gezinnen.
Lewis volgt vooral de vrouwen tijdens hun werkdag en niet zozeer de mannen. Hij duidt heel precies aan aan wat ze de hele dag doen. In dit verslag komt dit minder goed uit de verf, omdat wat de mannen doen meer bepalend is voor de geschiedenis van de gezinnen. De mannen uit het gezin Martinez gaan die dag op pad om een stuk grond in de bergen bouwrijp te maken. De vader gaat met zijn jongere zoon, Ricardo, naar een ander stuk dan zijn oudste zoon. Het ene stuk is van hem zelf, het andere stuk is van een grote boer uit het dorp, waaraan hij zich regelmatig verhuurt.
De tijden zijn veranderd in die zin dat hij vroeger meer grond had, maar voor de studie van een van zijn dochters heeft hij geld moeten uitgeven, wat hij kon door de verkoop van een stuk land. Pedro is trots op zijn Indiaanse afkomst, en heeft tegen alle weerstand in ervoor gepleit dat het dorp de taal Nahuatl blijft spreken in Azteca. Nu is hij de enige die alleen nog deze taal spreekt; de anderen spreken daarnaast Spaans, wat hij nooit goed heeft geleerd.
Pedro, het hoofd van dit gezin, is van godsdienstovertuiging veranderd: hij is van de Katholieke kerk overgegaan naar de Adventisten (pag. 42). Bij een bezoek aan de dominee blijkt dat de dominee neerkijkt op Indianen. De dominee is zelf getrouwd met een Indiaanse, maar hij behandelt haar als een slaaf en sloof door haar al het vuile werk te laten doen, terwijl haar kinderen en hijzelf leven als prinsen. Pedro en Cochita, zijn dochter, besluiten weg te gaan en nooit meer bij hem terug te komen. De dochter van Pedro wil absoluut naar de stad. Daar volgt zij een opleiding als onderwijzeres, maar nog in het eerste jaar van haar aanstelling wordt ze zwanger van het hoofd van de school. Zij komt terug in het dorp tot grote schande van Pedro, die haar laat samenwonen met een vroeger bij hem inwonende pleegzoon, Juan. Deze blijft haar niet trouw en steeds weer ontstaan er ruzies tussen Pedro en dit samenhokkende stel. Het loopt erop uit dat Pedro zijn vrouw Esperanza verbiedt haar dochter te bezoeken. En op de dag van dit verslag brengt zij een stiekem bezoek aan haar zonder dat Pedro het “weet”. Ondertussen was Cochita onderwijzeres in het dorp Azteca geworden.
Vader Pedro was betrokken bij de Mexicaanse Revolutie (1910), waarvan hij erg veel verwachtte. In het dorp heeft hij ook nog steeds enig aanzien, omdat hij opkomt voor de armen. Ook weet hij veel van financiële zaken, waarmee hij de dorpelingen van dienst kan zijn. De familie staat als intelligent en loyaal aan de dorpswaarden bekend. Maar dat heeft ze niet verder gebracht. Het leven op het platteland is ondankbaar en zwaar. Op de een of andere manier wordt men steeds armer, en moet je elke cent twee keer omdraaien om rond te komen.
Vader Pedro gaat wel eens naar een weduwe Eulalia (pag 38) en heeft al een kind uit een eerdere verhouding. In het verslag doet zijn echtgenote een ontroerend verslag van de “witte broodsweken” van haar en Pedro, omdat zij geheel onwetend in het huwelijksbootje stapt (pag 40).
In Mexico stad zijn wijken die ommuurd zijn. Zo’n wijk is Casa Grande, een ommuurde wijk met binnen zijn omwalling, waarin vier poorten toegang tot de wijk geven, onderkomens van een verdieping hoog, die eerder aan krotten doen denken dan aan huisjes. In deze wijken kun je bij een huisbaas zo′n onderkomen huren. Toch is het verloop in de wijk Casa Grande niet erg groot, omdat er veel belangstelling is om ernaartoe te verhuizen. De bewoners weten zich effectief te verzetten tegen de huisbaas. De Gomez familie, leeft voornamelijk van de inkomsten die de vader en de oudste zoon als buschauffeur verdienen.
Ook het hoofd van dit gezin heeft nog een tweede vrouw, waar hij veel tijd doorbrengt. Ze is jonger dan zijn vrouw in het gezin dat Lewis volgt. De moeder weet niet dat hij een tweede vrouw heeft, maar vermoedt dit wel. Hij heeft eerder andere vrouwen gekend, omdat hij nogal een ladies man is. Hij is uit een rijkere familie en de schoonmoeder heeft zich altijd tegen het huwelijk verzet. De schoonmoeder leeft in het dorp, waarin het eerste verhaal speelt en als de echtelieden ruzie hebben, dan gaat de man naar zijn moeder, die ermee instemt dat haar zoon een tijdje met een andere vrouw samenleeft. Uiteindelijk keert hij altijd terug naar Casa Grande
In The children of Sánchez lezen we dat Alberto Gomez een heel erg korte tijd het “vriendje”(“novio” is afgeleid van het latijnse “nubere” “trouwen”, maar duidt hier meer op een blijvende niet-huwelijkse staat; trouwen doet men in de ghetto slechts zelden, alleen als er sprake is van een lange standvastige relatie) is van Marta uit de Sánchez familie.
Omdat de man pas weer een nieuwe vlam is tegengekomen, heeft hij minder geld voor zijn gezin. De moeder heeft dan ook veel moeite om rond te komen. De huisbaas weet zij af te wimpelen, met een dreigement en de belofte de volgende keer te betalen.
In de wijk zal die avond een processie zijn, waaraan de kinderen willen meedoen, maar de moeder verbiedt het haar kind van 8 jaar, omdat zij vindt dat hij dan te laat op straat rondhangt en bang is dat hij met verkeerde vrienden in aanraking komt. Een (homofiele?) zoon heeft zich helemaal aan het gezag van de vader kunnen ontworstelen. Hij gaat met studenten om en weet altijd aan genoeg geld te komen, zonder dat hij daarvoor afhankelijk is van zijn vader. Zijn moeder zorgt nog wel voor hem, en geeft hem stiekem af en toe geld. Stiekem, omdat hij niet meer thuis mag komen van de vader.
De vader solliciteert naar een andere baan. Hij wil zich uit het chauffeursbedrijf terugtrekken, maar door allerlei banden met het bedrijf lukt hem dat niet. Wel heeft hij een lobby (via zijn moeder) om ergens weer een kantoorbaantje te krijgen.
Twee alcoholisten verbeteren hun leven, en komen elkaar tegen. Begrijpen dat ze goed van elkaar gebruik kunnen maken. Zij is 12 jaar ouder dan hij: hij is 25 en zij 37 jaar oud! Zij wonen al samen vanaf dat hij 18 jaar en zij 30 jaar was. Toch blijft hij haar trouw, ook al zijn ze niet getrouwd. In de verschillende verhalen wonen de mensen altijd samen en niet getrouwd. Wel denkt de vrouw meestal aan gaan trouwen, maar dit wordt door de man tegengehouden.
De man stamt af van een Duitse immigrant, die onderwijzer was in een klein dorpje. Hoewel de vader het grootste deel van de tijd dronken was, sloeg hij nooit zijn vrouw. Het alcoholprobleem geeft hij door aan zijn zoon, Guilliermo, die op die manier zijn huidige vrouw tegenkomt en om praktische redenen met haar gaat samenwonen. Hij heeft nog meer van zijn vader geërfd: hij is uitvinder van allerlei dingen. Daarnaast levert hij stadsvernieuwingsplannen aan de gemeente Mexico city. Hij heeft al heel jong een winkel in tweedehands fietsen opgezet. Dit zaakje liep goed, totdat zijn compagnon hem bedroog en elders eenzelfde zaak begon en hem wegconcurreerde door hem alle klanten af te vangen. Nu maakt hij fantasie-flesjes voor kinderen (wat het precies is, begrijp ik ook na herlezing nog steeds niet, maar aan het vervaardigen ervan komt aardig wat kennis om de hoek kijken; een soort pet-flesjes voordat ze bij ons bekend waren?).
Julia, de partner van Guiliermo, komt als persoon, waarover Marta vertelt, in The children of Sánchez voor. Er blijkt dus een soort verwantschap te bestaan tussen de familie Gutiérrez en de familie Sánchez (pag 141): “The trouble between my uncle Lucio and Julia started when she went out to sell. She met a railroad man and began to live with him while she was still living with my uncle. My aunt says that Julia bewitched my uncle, because he suddenly changed. Instead of beating his wife, he gave in and begged her for things. She must have given him ‘coconut water’, because when we see a wife bossing the husband and flirting with others, we know she has him all tied up. The woman washes her behind in this ‘coconut water’ and gives it to her husband to drink. Sometimes women make tea of a herb called toloache, and if she gives it to her husband, he gets weak in the brain. Julia must have prayed to the Dark Saint and measured my uncle with a black ribbon, because one morning he got sick with dopsy (ascitis, buikwaterzucht, een vorm van oedeem) and died. My mother blamed Julia and ran her out of the house. Julia was also known to have cast a spell on her first husband, the father of her children, because he died suddenly too. She blamed it on the fact that he had led a life of sin and drank too much. He would hit her all the time. In fact almost everybody hit that woman. She had three husbands…because after my uncle died, she left her kids and went off with that railroad worker. All three men drank and beat her and all three died at her side. Now she is living a good life with Guillermo Gutiérrez, because even though he doesn’t give her expense money, he never hits her.”
Julia, de vrouw van Guilliermo Guitierrez, heeft een geweldig handelstalent, en weet telkens haar wisselende handelswaar (in dit relaas gaat het om enchiladas en handdoeken) te verkopen, zodat ze voor het geld niet afhankelijk is van haar man. Zij heeft een ziekte onder de leden, waardoor ze erg gauw moe is.
Haar man heeft al een carrière achter de rug als vakbondman, maar omdat het hem te link werd, is hij ermee opgehouden. Hij dronk veel in die tijd. En hij verloor in die tijd zijn eerste vrouw, waar hij wel van heeft gehouden i.t.t. zijn huidige vrouw waarmee hij om praktische redenen samenwoont.
Het is het enige gezin met geluidsapparatuur en een televisie, in deze wijk. Als mensen bij hem televisie willen komen kijken, dan moeten ze daarvoor betalen. Ook is er feest, en bij dit feest wordt zijn geluidsapparatuur tegen betaling gebruikt. Er wordt verslag gedaan van een naamfeest van Melín. Dit wordt echt op z’n Amerikaans gevierd. Ik vraag me af of hierin de Amerikaanse herkomst van de onderzoeker doorklinkt. Ook in het laatste verhaal, blijken de Verenigde Staten het enige tot de fantasie sprekende voorbeeld.
Met veel moeite weet het gezin rond te komen. Zij hebben een succesnummer in de buurt van een familielid, Inés: zuster van Julia, spil en moeder van dit gezin. Inés heeft een soort spiritueel centrum samen met haar man Alfredo. Het lijkt op een soort eigen kerkje, waarin mensen genezing zoeken. Bijna iedereen in de vertelde verhalen lijkt wel enigszins mediamiek begaafd, de twee gezusters Inés en Julia in het bijzonder (zie kader). Guilliermo denkt het ook te hebben, maar denkt dat het tegen hem werkt en houdt zich daarom zoveel mogelijk verre van deze praktijen.
In The children of Sánchez (Secker en Warburg, London, 1961) komen Sánchez, Manuel, Roberto, Consuelo en Marta (tak Jesus x Lenore) afzonderlijk aan het woord. Hierin komt het Mexicaanse leven in Casa Grande uitgebreider aan de orde dan in de Five Families. De verhalen zijn schrijnende voorbeelden van overleven, maar niet altijd voorbeelden van echte armoede.
Op de grens van de stad zijn nieuwbouwprojecten. Het hoofd van het gezin, Sánchez, heeft verschillende locaties waar hij vijf verschillende vrouwen en hun kinderen heeft of had ondergebracht. Twee vrouwen zijn inmiddels overleden. Lupita leeft buiten de stad; de meeste andere vrouwen leven of hebben geleefd in Casa Grande. Toch zoekt hij voor zijn laatste en jongste vrouw, Delila (zuster van de vriendin van zijn oudste zoon, Alberto), een bouwlocatie ook weer net buiten de stad. Hij droomt ervan een eigen huis op eigen grond te bouwen. En in de toekomst wil hij voor deze laatste vrouw ook weer bouwen. Het huis, waarin het verhaal van dit gezin met aan het hoofd Lupita zich afspeelt, heeft geen elektriciteit en water. Licht krijgen ze van kaarsen en water wordt eenmaal per dag gebracht door vrachtwagens en daarna gedistribueerd. Je mag maar een keer water halen, maar iedereen licht daar de hand mee. Er staan geen bomen om het huis, zodat het huis in de winter bloot staat aan de koude winterwinden, en in de zomer aan de genadeloze zon is overgeleverd.
De man is chef in een groot warenhuis, en een perfecte eenling. Staat hij in een groep mensen dan wijken de mensen, zo klein hij ook mag zijn (1,5 mtr groot!), bij hem uit de buurt terug. Wat overblijft, neemt hij regelmatig mee naar huis. De vrouw, Lupita (Pita), is hij tijdens zijn werk tegengekomen, en de relatie heeft zich nooit tot een liefdesrelatie ontwikkeld. Hij blijft met haar samenwonen, omdat hij haar vertrouwt als hoofd van het gezin. Allerlei problemen worden naar haar doorgeschoven.
In dit verhaal spelen beesten een grote rol (varkens, duiven en kippen en honden), omdat Sánchez de beesten verkoopt voor extra inkomsten. Toch worden ze heel erg liefdevol door de vrouw behandeld (pag. 266):”She grabbed the sow by the ears saying: ‘Allright, allright, Chacha ( ze hebben allemaal een naam), big glutton. Here is something good for you.” Ook de honden zijn heel persoonlijk aanwezig: “Look, this is what is left for them, the poor things, there isn’t even a bit of meat on these bones, and they‘ll have to do for the cat too. Really he should have bought some skins for the cat”.
Dit verhaal kent vele lijntjes, omdat de verschillende familieleden allemaal wel iets hebben. De vader komt steeds tevoorschijn, als het misgaat. Hij weet dan de situatie altijd te redden. Gezondheid speelt een grote rol.
Een schatrijk gezin met verschrikkelijke kinderen, die helemaal niet luisteren naar de moeder. De moeder bekommert zich dan ook meer om haar schoonheid, de opmaak en de feesten. Ze blijft bij haar man, waarmee ze regelmatig slaande ruzie heeft, omdat zij helemaal financieel afhankelijk van hem is. Haar moeder zat in de prostitutie en heeft via dit netwerk mooie mannen voor haar dochters gestrikt.
Het verhaal speelt in de kersttijd en de kinderen willen cadeautjes, en een kerstboom. De moeder gaat erop uit in de auto van haar zuster, omdat haar eigen auto haar is afgenomen door haar man. Zij maakte teveel uitstapjes en gaf te veel geld uit. Bij het boodschappen doen blijkt dat ze overal op de pof kan kopen, zodat zij bij iedereen in de schuld staat. Haar man geeft haar geen geld, maar maakt er een spelletje van door het haar telkens te beloven en op het laatste moment zijn belofte te vergeten.
De man is erg over haar te spreken, omdat zij op een bedrijfsfoto zo mooi uitkomt.